Verslag Texel, 21-06-2014 1e deel

TEXEL Excursie 2014
NATUURGIDSENOPLEIDING
Deel 1 ochtendverslag. Tekst: Mónica Cruz en Edith Otten
Op 21 Juni –midzomer- het begin van de zomer gaan we met de natuurgidsen –én vogelaarsgroep samen na Texel. Het is (alweer) mooi weer! Terug kijkend op de lente hebben we een warme en droge lente gehad met heel veel zon .
´s Ochtends om 07.30 uur verzamelen we in Amstelveen, enkelen van de groep zijn zelfstandig vertrokken na Texel. Om 09.30 nemen we de boot en na een half uurtje varen zijn we er, we huren fietsen aan wal en gaan op pad.
Texel is het grootste Nederlandse Waddeneiland. Het behoort tot de provincie Noord-Holland. De gemeente Texel beslaat het gehele eiland plus het onbewoonde eilandje Noorderhaaks.
De naam van het eiland is al terug te vinden in de historische gouw Texla. De oppervlakte van de gemeente is 585,96 km² waarvan het grootste gedeelte (416,14 km²) binnen- en buitenwater, het landoppervlak is slechts ongeveer 170 km². De gemiddelde lengte van Texel is 20 km en de gemiddelde breedte 8 km.
Texel heeft 13.566 inwoners (1 januari 2014, bron: CBS). Van de beroepsbevolking van ruim 3500 mensen werkt ca. 17% in de landbouw. De eerste bewoning van Texel vond mogelijk plaats tijdens het Mesolithicum (8000-4500 v. Chr.); archeologen hebben daarvoor aanwijzingen gevonden.
Het landschap op Texel is rijk en divers. Texel heeft behalve polders, brede zandstranden, duinen en graslanden ook heide, bos en kwelders. Rond Den Hoorn in het zuiden bloeien in mei grote bollenvelden. Nationaal Park Duinen van Texel beheert de zuidpunt van Texel, het gebied De Duinen tussen Den Hoorn en De Koog, De Dennen, De Slufter en De Muy.
De eerste stop is bij een meertje genaamd ´de Petten´waar heel veel vogels verblijven. Het is een kwetsbaar natuurgebied en is alleen te bekijken vanaf de weg. Het is een druk bezocht vogelgebied en het ziet er gezellig uit van allerlei soorten vogels zitten er. Met druk gekwetter…ook vele jonge vogels. We zien Visdiefjes hun jongen voeren, en o.a. Bergeenden, grote Manteleenden, de Kluut, grote Stern, Tureluur, Kokmeeuwen, Nijlganzen, Scholekster. De vogelaarsgroep heeft een daglijst gemaakt met de vogels die waargenomen zijn van deze dag.. (Zie onderaan verslag)
Vogelgebied ´de Petten`
Er is een kolonie van visdieven aan het broeden. Visdieven (Sterna hirundo) herken je aan hun zwarte kopkap. Ze hebben een rode snavel. Mannetjes en vrouwtjes zijn gelijk.
Bergeenden (Tadorna tadorna) met jongen die zwart-wit zijn. De mannetje heeft een rode knobbeltje en de vrouwtje niet en is ook iets kleiner. Peter-Paul uit de vogelwerkgroep legde uit dat ze geen grote trek hebben, ze doen het deels: ze ruien collectief in de najaar in de Duitse bocht (Oostzee) maar je kan ze in de winter ook in Nederland zien, met name aan de kust omdat het niet dicht vriest. Hij vertelde ook dat de Roodborst die je s’winters in de tuin ziet een andere is dan de roodborst die je in de lente ziet, deze zijn uit Scandinavië.
Iets verderop waren Kluten (Recurvirostra avosetta). Ze hebben blauwe poten. Ze zeven de bodem met een heen en weer zwaaiende beweging van hun lange en om hoog gebogen snavel.
Grauwe ganzen (Anser anser).
Zilvermeeuw (Larus argentatus) met jong, de jongen zijn heel donzig en helemaal grijs.
Noordse ster (Sterna paradisaea) is een wintergast. Lijkt op visdief maar de kapje van de hoofd is iets boller, ook iets groter.
Grote stern (Thalasseus sandvicensis). Heeft een zwarte snavel met een gele punt (niet altijd).
Stormmeeuw (Larus canus). Lijkt op de zilvermeeuw maar heeft een veel dunnere snavel en is iets donkere grijs. Samen met de kokmeeuw, de kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) en de zilvermeeuw zijn ze de meeste voorkomende meeuwen in Nederland.
Scholekster (Haematopus ostralegus). Jeanette vertelde over het gedrag bekend als “sozen”: de vogels lopen achter elkaar aan met hun kop naar beneden, ze draaien rondjes om elkaar heen. Het is een sociaal gedrag dat waarschijnlijk diverse functies heeft: communiceren, territorium en rangorder bepalen. Dit gedrag zie je vooral voordat ze gaan broeden, misschien om paar binding te versterken.
Peter-Paul vertelde dat de jongens van verschillende van deze vogels sterk op elkaar lijken en zo kan je zien dat ze verwant zijn. Op Spring watch kon je zien hoe de jongen van kraanvogels zoveel op steltlopers lijken. Kievit (Vanellus vanellus).De jongen Kokmeeuwen (Chroicocephalus ridibundus) hebben een gespikkelde kop.
Echt Walstro (Galium verum).
Kraailook (Allium vineale): de bloeiwijze bevat bolletjes gemengd met bloemen of vaak alleen maar bleke tot paarse broedbolletjes. Roze, paars of groenachtig wit. Klokvormig en het lijkt alsof er ´kleine Kraaitjes´ erin zitten
Knikkende Distel (Carduus nutans)
De Mokbaai
Zeekraal Zeekralen (Salicornia spec.): je kan het eten. Het kan goed tegen zeewater twee keer per dag, gras niet.
Wadpier (Arenicola marina) hoopjes op het zand: de hoopjes zijn de uitwerpselen van de worm.
11:13h (plek achter de Petten: dijk met schapen en dan naar beneden naar de zeekralen)
Ooievaarsbek (Geranium): heeft ronde blaadjes.Twee puntjes (snavels van de vruchten) samen en niet meer zoals de reigerbek.
Reigersbek (Erodium cicutarium): heeft rechtop blaadjes. Net als een reigerkolonie zitten meerdere “puntjes”( snavels van de vruchten)samen.
Ooievaars- en Reigersbek hebben allebei een rose bloemje en de uitgroeiende vruchten vallen erg op ze lijken namelijk op een snavel van een reiger of ooievaar. Het verschil tussen beide zie je in de vorm van de bladeren en de lengte van de ´snavel´.
Reigersbek is een plant uit de ooievaarsbekfamilie, komt voor op zanderige grond en heeft spitse bladeren.
Zeerus (Juncus maritimus)
Aangespoelde Blaaswier (Fucus vesiculosus L.).
Wulpen vlak bij het water: ze hebben een kromme snavel naar beneden.
Helmgras in bloei.
Carla liet twee grassen zien:
Vossenstaart (Alopecurus), in de Middelpolder gezien: als je die buig zie je door de kafjes heen de spil zitten. Kafjes met een kafnaald.
Timothee (Phleum pratense): als je het buigt zie je de spil niet zitten. Daarvoor de ezelbrug: Timothee geeft mee, vos laat los. Kafjes met twee kafnaalden, en loopt niet uit in een puntje maar twee: “Timotwee”!
11:28h (lunch boven op de dijk voor de Petten)
Carla leest over de Helmgras (Ammophila arenaria) in haar gids: “in de binnenste duinen een zeer algemene voorkomende plant. De soort houdt met zijn bladeren en zijn uitgebreide wortels veel stuifzand vast. Daarom hebben we op stuifplekken de hele duingebied aangeplant. Alleen aan de zee kant waar er aanvoer is van verse zeezand groeit de plant sterk en goed uit. Bladeren zijn bijna altijd opgerold. Daarmee wordt voorkomen dat de plant te veel vocht verliest door verdamping.”
Helmgras : bij deze foto is goed te zien de hoeveelheid van de wortels. Het is een vaste plant een pioniersplant die belangrijk is bij de vorming van duinen. De plant produceert lange wortelstokken en waar deze met licht in aanraking komen ontstaan een nieuwe spruit.
Biestarwegras (Elytrigia juncea subsp. boreoatlantica): “De plant is in staat aanstuivend zand vast te houden en is verantwoordelijk voor de eerste aanzet tot duinvorming op het strand. Biestarwegras groeit goed in lage zandduintjes die regelmatig door zeewater worden overspoeld. Zodra het verzamelde zandduin te groot wordt vestigen zich andere grassoorten, zoals helm en zandhaver (Leymus arenarius) en sterft biestarwegras af.” (Wikipedia).
Duinroos (Rosa pimpinellifolia): met witte bloemen
Muisoor (Hieracium pilosella): heeft een rozet en de blaadjes hebben hele langue haren en lijken op muizen oren. Normaal zijn ze groter maar alles op de eiland is heel klein.
Melkkruid (Glaux maritima L.)
De Geul en de Hors, hier groeit de kust al zo´n duizend jaar naar het zuiden toe. Af en toe stranden zandbanken op de Texelse Hors. De brede vlaktes die zo ontstonden zijn vroeger door de mens gebruikt om de groei van nieuwe
duinrijen te bevorderen. Nu mag de natuur op de Hors naar eigen inzicht nieuwe duinen laten ontstaan.
In de vochtige duinvalleien zijn spontaan veel bijzondere planten als orchideeën gekomen en in het riet van de Geul broeden jaarlijks veel Lepelaars. Deze vogels komen half Februari al van Afrika terug naar Texel.
Ook Aalschovers in het midden van het meer op boomstammen, Rietzanger, Vink.
Moerasandijvie, gele plant aan de oever. Kleverig kruiskruid plakt heel erg. Muizenoor heeft citroengele bloemen en heeft uitlopers over de grond en houd van zandgrond.
Duizendblad (Achillea millefolium): geen schermbloem maar een compositiet, wordt in de geneeskunde gebruikt voor wonden/kneuzen.
Rimpelroos (Rosa rugosa), witte tot donkerrose bloemen, veelal voorkomend in de duinen. Heerlijk zoet ruikend en de bladeren zijn gerimpeld. Links doorsnede van rozebottel.
Rietvink rups (Euthrix potatoria)
Akkerdistel (Cirsium arvense)zelfde familie van artisjok, je kan hem koken en heeft de smaak van Artisjok.
Speerdistel (Cirsium vulgare)
Watersnuffel (Enallagma)
Texel is vlak met een heuvelig duingebied de begroeiing is laag, geen hoge bomen gezien in het gebied waar wij waren. Eén van de kleine bomen of heesters is de Vlier, nog steeds in bloesem maar ook de bessen zijn volop in de groei.
Heel veel kruipende Zebrarupsen van de Sint Jacobsvlinder
Einde van de ochtend maar we hebben nog wat extra foto´s erbij gedaan van de middag, dit verslag wordt door collega´s geschreven.
Moerrolklaver
Wilde Orchidee: de Vleeskleurige Orchidee (Dactylorrhiza incarnata)
We hebben ook natte schoenen gekregen en voor sommigen ook natte sokken want de wandeling door de Horspolders was behoorlijk moerassig. Wel ontzettend prachtig met veel variatie in met begroeiing in het water en op het land. Lopend op de smalle paden was het ook opletten voor de Grote Beer (Arctia caja) een prachtige harige grote rups. Foto van internet want er waren alleen maar rupsen.
Hazenpootje (Trifolium arvense ), familie van de klaver, komt voor op droge meestal kalkarme zandgrond. 1 of 2-jarige plant uit de vlinderbloemenfamilie. De bloem ziet er donzig uit, lijkt op een poot van een haas en is heel zacht.
De jonge ´baby duinen`
SinSint
Eikvaren (Polypodium)
Locatie(s): Texel: De Petten, Mokbaai, De Geul, Horsmeertjes + aangrenzende jonge duintjes
Datum: 21-06-2014
Waarnemer(s): deelnemers IVN Natuurgidsencursus + (gast-)docenten
waargenomen vogels:
Aalscholver
Spreeuw
Lepelaar
Staartmees
Bergeend + juv
Stadsduif
Meerkoet
Blauwborst
Grote Lijster
Merel
Grote Mantelmeeuw
Stormmeeuw
Blauwe Reiger
Boerenzwaluw
Grote Stern
Tafeleend
Nijlgans
Grutto
Tjiftjaf
Boomkruiper
Heggenmus
Torenvalk
Tuinfluiter
Houtduif
Tureluur
Turkse Tortel
Huismus (of Ringmus)
Vink
Bruine Kiekendief ♂+♀
Visdief + juv
Kauw
Pimpelmees
Kievit
Putter
Wilde Eend
Eider
Winterkoning
Kleine Karekiet
Rietgors
Kleine Mantelmeeuw
Rietzanger
Fazant
Fitis
Witte Kwikstaart
Roodborst
Fuut
Wulp
Kluut
Zanglijster
Kneu
Knobbelzwaan
Roodkeelpieper
Zilvermeeuw + juv
Geoorde Fuut
Gierzwaluw
Kokmeeuw + juv
Rosse Grutto (ver af)
Grasmus
Graspieper
Scholekster
Grauwe Gans
Zwartkop
Kuifeend
Groenling

Totaal aantal soorten:    64
Totaal aantal inividuen:  4
-Einde verslag deel 1-