Verslag van Texel: de links naar 3 filmpjes






Verslag van Texel: de bietensalade van Desiree


Bietensalade  :-)
500 gram rauwe rode biet
250 gram aardappel vastkokend
2 stevige appels
een aantal augurkjes
1 kleine ui
paar eetlepels fijngesneden dille
mayonaise
herbamara zout

Kook de bieten gaar. Pel ze en snijd ze in kleine blokjes van ongeveer 1 cm. Kook de aardappels in zijn geheel ongeveer 20 minuten. Haal de schil eraf en snijd ze ook in dezelfde maat blokjes. Schil de appels en ook nu weer kleine blokjes snijden.
Snijd de augurkjes fijn, en snipper de ui. Vermeng alles voorzichtig en meng de mayonaise erdoor. Voeg dan de dille toe en maak op smaak met herbamare kruidenzout van dr. Vogel.
De niet-vegetariërs kunnen er een zure of zoute haring bij eten.


Eet smakelijk.

Claire de Bruijn: de es



Gewone es (Fraxinus)    Claire de Bruijn
De naam es is waarschijnlijk afgeleid van as vanwege de asgrijze kleur van de schors.
Es kan ook te maken hebben met het Griekse woord ask wat speer betekent.
De Grieken gebruikten namelijk essenhout voor het vervaardigen van hun speren.
De naam zou ook kunnen komen van es, een stuk cultuurgrond dat omheind was door essenhouten palen.
Fraxinus = vuurschijnsel is de oude Latijnse naam voor de es.
Excelsior betekent hoger (dan de andere bomen) want als echte zonneboom reikt hij naar het licht en kan hij 45 m hoog worden. Hij ziet er dan ook stoer en decoratief uit.
Als hij de kans krijgt om onbelemmerd uit te groeien, dan kan hij wel 40 meter hoog worden en een leeftijd van 250--‐300 jaar bereiken.
De wortelstronk van een boom die als hakhout wordt gebruikt kan zelfs een leeftijd van wel vijf eeuwen bereiken. De es wortelt diep en groeit snel.
De ca. 35 cm lange bladeren zijn oneven geveerd.
De smal--‐elliptische blaadjes hebben een fijn gezaagde rand.
Zij lopen laat uit en vallen in het najaar groen van de boom.
De es wortelt diep.
Heel typisch aan de gewone es zijn de opvallende, zwarte knoppen, die de boom makkelijk herkenbaar maken tijdens de winter.
De eindknoppen worden ‘bokkenpoten’ genoemd.
De sappige voorjaarstakken en blaadjes van de es werden vroeger als veevoer gebruikt.
Schapen en geiten zijn dol op het groen.
De es is bijzonder gevoelig voor lentevorsten.
De eindscheuten bevriezen en in de boomtop treedt vorkvorming op.
De tweeslachtige bloemen verschijnen in april/mei net voor of tegelijkertijd met de bladuitloop.
Ze zien eruit als bosjes van paarse meeldraden. Zij staan eerst rechtop en hangen later in trossen aan de uiteinden van de twijgen van het vorige jaar.
De verdeling van de geslachten wisselt nogal bij de gewone es:
Een boom kan alleen mannelijke, alleen vrouwelijke of alleen tweeslachtige bloemen hebben.
In één boom kunnen ook takken met mannelijke bloemen en takken met vrouwelijke bloemen voorkomen.
De takken zijn relatief dik en sterk omhoog gericht.
De schors van de boom is glad en lichtgroengrijs.
Pas na veertig jaar ontstaan donkerbruine groeven.
De meeste essoorten hebben een koepelvormige, iets afgeplatte kroon.
Naast de gewone es kennen we de pluimes of manna es, de zachte es, de treures en de Amerikaanse es.
Essen komen ook in knotvorm voor en jonge exemplaren kunnen heel makkelijk met elkaar vergroeien
Tot een soort levende muur.
Taai
Essenhout is bijzonder elastisch en vrij vast.
Door zijn taaiheid kan het sterk gebogen worden waarna het zijn oorspronkelijke vorm weer aanneemt.
Daardoor is het heel geschikt voor het maken van hockeysticks, tennisrackets, schuttersbogen, spade-
en bezemstelen, ladders en wandelstokken.
In het graf van Tout--‐ank--‐Amon werd zelfs een boog gevonden, gemaakt van essenhout.
Essen heeft een mooie structuur en is geliefd in de meubelmakerij.
Enkele essenbomen vormen wortelknollen die vervolgens fraai wortelfineer leveren.
In Engeland spreekt men van de husbandry, de boerenboom, omdat het hout door boeren veelzijdig te gebruiken is.
De es houdt van voedselrijke, kalkhoudende en vochtige bodem, maar hij groeit ook op droge gronden.
Verspreiding
De es komt algemeen voor in Europa tot aan de Oeral, Zuid--‐Scandinavië en de Middellandse Zee.
In Engeland en Zwitserland is hij een belangrijke bosboom.
Hij wordt daar gewaardeerd omdat het loof, dat gemakkelijk verteert, de bosgrond verrijkt en daardoor voor een rijk bodemleven zorgt.
Hij groeit het liefst op vochtige leem--‐, klei--‐  en krijtbodems.
Bij ons vinden we hem vooral in rivier--‐en beekdalen in Zuid--‐Limburg, de Vlaamse Ardennen
(bronbos) en de Voerstreek.
Essenhakhoutstoven worden tegenwoordig zowel in Nederland als ook in België beschermd.
Levensboom
De es staat voor dé boom, Ygdrassil, de levensboom en de boom van kennis tegelijk.
De levensboom wordt vooral geassocieerd met de opgaande stroom, de schepping, het spirituele,de
verlossing, de energie uit de hemel via dauw en regen.
Yggdrasil werd als hoofdzetel der goden beschouwd:
Zijn takken spreidden zich uit over de hele wereld, en zijn kruin reikte tot in de hemel.
Deze merkwaardige boom was verbonden met alle hoeken van het universum en herbergde tal van
diersoorten. Net als bij de Germanen en de Scandinaviërs werd de es door de oude Grieken en Romeinen
ook als heilig beschouwd, zij zagen de es als een boom van overvloed en gelukzaligheid.
Onderkomen
De gewone es biedt een prima onderkomen aan allerlei planten en dieren.
Het essenmotje, de essnuittor, de essengalmijt voelen er zich thuis, maar ook voor blad--‐ en levermossen
Is het een ideale stek.
Vooral knotbomen zijn hiervoor erg geschikt en kunnen dan ook heel wat soorten herbergen.
Beschermend
Zoals veel andere bomen wordt ook de es als beschermend gezien.
Men hing een staf van essenhout boven de deurpost als bescherming voor huis en haard.
Zaadjes werden gebruikt om slangen en boze geesten af te weren.
Als je de liefde van het andere geslacht wilde, moest je de blaadjes bij je dragen, maar legde je ze
onder je hoofdkussen, dan gaven ze profetische dromen.

foto's bij het verslag over Texel van Monica en Edith: knikkende distel, infobord, St-Jacobsvlinder rupsen 2x en de vleeskleurige orchis






foto's bij het verslag over Texel van Monica en Edith