Monica Cruz



Voorbeelden van mutualisme
Mutualisme is de samenleving van twee levensvormen waarbij de samenleving gunstig of zelfs noodzakelijk is voor beide levensvormen (symbiose in enge betekenis).
Bladluizen - mieren
Bladluizen (Aphidoidea) zijn kleine plantenetende insecten, die zich met stekende en zuigende monddelen (stiletten) passief voeden met sappen uit het floëem. Het floëemsap stroomt door de zeefvaten en staat onder hoge druk. Het wordt door de plant in het voedselkanaal van de bladluis geperst zodra de stiletten een floëemvat aanprikken. Het sterk suikerhoudend floëemsap wordt grotendeels als kleverige vloeistof uigescheiden, 'honingdauw'. De bladluis heeft de belangrijke aminozuren er dan efficiënt uit opgenomen. Honingdauw wordt door mieren opgelikt en ze beschermen de luizen actief tegen predatoren als lieveheersbeestjes.

Film:

Info over verschillenden soorten bladluizen en hun natuurlijke vijanden:

Acacia's - mieren
De acacia heeft niet alleen grote, holle stekels die als behuizing gebruikt worden door mieren, maar scheidt zelfs zoete stoffen af in de vorm van kleine suikerrijke 'broodjes'. Deze groeien aan de uiteinden van de gevederde bladeren en worden door de mieren opgegeten. De mieren maken niet alleen gebruik van de acacia maar beschermen de gastheer door venijnig in de tong van een planteneter te bijten als deze probeert ervan te eten. Ook insecten die van de bladeren van de acacia eten worden aangevallen.
Heremietkreeften - zee-anemonen
Sommige heremietkreeften hebben een zee-anemoon op hun schelp. Die eet mee van de voedselresten van de kreeft en geeft de kreeft bescherming tegen aanvallers met zijn stekende tentakels. Als de kreeft verhuist naar een andere schelp verhuist de zee-anemoon vaak mee.
Korstmossen
Waar men spreekt over de phycobiont (alg) en de mycobiont (schimmel). De schimmel levert aan de alg water en mineralen, en de alg levert aan de schimmel suikers die hij maakt met hulp van fotosynthese. Ze kunnen meestal niet zonder elkaar leven.

Mycorrhiza
Is een mutualistische symbiose van schimmels en plantenwortels (vaak van orchideeën of bomen). De schimmel voorziet de plant van voedingsstoffen (mineralen) terwijl de plant suikers geeft. Opvallende voorbeelden zijn Vliegenzwammen onder berk, eekhoorntjesbrood onder eik en kastanjeboleet onder den. Zeer algemeen, maar slechts microscopisch waarneembaar is het (vesiculair) arbusculair mycorrhiza.
Rhizobium bacteriën - vlinderbloemigen
De bacteriën leggen voor de planten de stikstof uit de lucht vast, waardoor deze ook nog op stikstofarme grond kunnen groeien. Op de plantenwortels worden zogenaamde stikstofwortelknolletjes gevormd, waarin de bacteriën leven. Hun energie krijgen ze uit de assimilaten van de plant. Klaversoorten, lupines, erwten en bonen zijn daarom een bijzonder waardevol landbouwgewas.
Planten - nectar-etende of stuifmeelverzamelende insecten
Bestuiving.
Endosymbiose
Een extreme vorm van mutualisme, waarbij een organisme (de endosymbiont) leeft in het lichaam of in de cellen van een ander organisme (de gastheer). De mens heeft in de darm veel soorten endosymbionten: de darmflora.