Marjon Brugman



5 minuten praatje van Marjon Brugman

De Teek
De teek kan de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Geen aaibaar onderwerp. De teek stond in een onderzoek van Vroege Vogels in 2011 op de 1ste plaats van meest gehate dieren.
Als aankomend natuurgids wil ik nu niet verder ingaan op de ziekte van Lyme maar wel op het diertje zelf, de preventie, onze verantwoordelijkheid, wat betekent het voor Amstelveen en het eventuele nut van het diertje.
De volwassen teek ziet eruit als een plat spinnetje. Hij is bijzonder klein, 1 tot 3 mm. Het is een geleedpotige, dus acht poten. De teek voedt zich met bloed en kent vier levensstadia: nl ei, larve (heeft zes poten), nimf en de volwassen teek. De levenscyclus is 3-4 jaar, dit is afhankelijk van het klimaat. Het eitje voedt zich niet, de rest van de stadia in elke levensfase eenmalig. Het volwassen vrouwtje gebruikt het bloed voor de ontwikkeling van de 1000 tot 2000 eieren. Na het leggen van de eieren (in de herfst) gaat ze dood. De eitjes komen pas het volgend voorjaar uit. Het mannetje heeft geen bloed nodig, dus die bijten niet en kunnen een aantal malen een vrouwtje bevruchten. Niet alle eitjes worden volwassen teken, dit is nl afhankelijk of er een gastheer langs komt, vandaar die enorme hoeveelheid eieren.

Hoe raakt een teek besmet:
Volgens het RIVM is een op de vijf teken besmet met de Borreliabacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. De larven, nimfen en volwassen teken voeden zich met het bloed van zoogdieren, vogels en reptielen, de zogenaamde gastheren. Wij zijn trouwens niet hun eerste voorkeur, maar bij gebrek aan beter. Als deze gastheren de Borreliabacteria bij zich dragen dan raken de nimfen en volwassen teken besmet. Bij de larven komt men eigenlijk nog geen besmetting tegen.

Waar komen teken voor:



De teek houdt zich bij voorkeur op in een gemengd loofbos met een ondergroei van blauwe bosbes en/of varens. De teek wordt ook wel aangetroffen in dennenbossen met een dichte, hoogopgaande laag van grassen. In deze bostypen worden veel kleine knaagdieren aangetroffen, met name de bosmuis en de rosse woelmuis, maar ook een aantal soorten spitsmuizen. Deze dieren vormen de voornaamste voedselbron voor de larven van de teek. Omdat teken zich niet ver kunnen verplaatsen, zijn ze afhankelijk van een hoge dichtheid van deze knaagdieren, zodat ze gemakkelijk in de buurt van hun voedsel kunnen komen.

Teken komen ook voor in de tuin:
Uit onderzoek van De Natuurkalender blijkt dat ongeveer een derde van de tekenbeten wordt opgelopen in de tuin. Het is nog onbekend wat de eigenschappen van deze tuinen is. De tuinen liggen vooral in bosrijke omgeving maar van midden in de (grote) stad worden ook tekenbeten gemeld.
De teek komt nauwelijks voor in open terrein zoals weilanden, uiterwaarden en heidevelden.

Het gedrag van de teek:

Hongerige teken klimmen omhoog langs de stengels van grassen, planten en struiken, totdat ze op een hoogte zitten waarbij ze gemakkelijk op een passerende gastheer kunnen overstappen. Teken zitten maar in zeer beperkte mate in bomen. Larvale teken blijven veel lager zitten dan nimfen, die op hun beurt lager zitten dan volwassen teken. Als een gastheer (bijv. muis, vos, fazant, wild zwijn of ree) deze planten aanraakt, weet de teek dat een gastheer in de buurt is en zal ze proberen via huidcontact een overstap te maken. In tegenstelling tot wat veel mensen denken kunnen teken niet springen. Waarschijnlijk reageren ze op lichaamswarmte, CO2-uitstoot en waarschijnlijk kunnen ze ruiken. Eenmaal op de gastheer, loopt de teek naar specifieke plaatsen op het lichaam van de gastheer toe. Bij larven zijn vooral de oren en neus geliefd, nimfen voeden zich ook vaak op het oor, maar worden ook wel bij de staart of in de hals gevonden. Volwassen teken kunnen zich overal op het lichaam bevinden, maar hechten zich vaak in de hals en onder de staart. Volwassen teken zitten bijna nooit op kleine knaagdieren, vermoedelijk vanwege een sterke afweerreactie op deze dieren of omdat ze niet voldoende bloed kunnen opnemen uit een relatief klein lichaam.

Wanneer zijn teken actief:



Teken kunnen het hele jaar actief zijn mits de temperatuur ( 8-10 graden) hoog genoeg is.  



Normaal gesproken begint het aantal actieve teken in de loop van maart te stijgen. In de periode april tot en met september worden de hoogste aantallen nimfen waargenomen, met de hoogste aantallen meestal in het voorjaar.
Op basis van de tekenbeten meldingen op Natuurkalender.nl sinds 2006 blijkt dat bijna 35 procent van alle tekenbeten in juni is opgelopen (zie onderstaande figuur). 
Het percentage van het totaal aantal tekenbeten dat maandelijks doorgegeven is via Natuurkalender.nl in de periode 2006 tot en met 2010 (bron: Natuurkalender.nl).


Hoe zit het in Nederland:
Ongeveer een miljoen mensen krijgen jaarlijks een tekenbeet. De kans op de ziekte van Lyme na een tekenbeet wordt geschat op 1-3%. Als de teek binnen 24 uur op de goede manier verwijderd wordt, is de kans op de ziekte van Lyme nog kleiner, maar niet onmogelijk. 

Hoe zit het in Amstelveen:
Volgens de tekenradar hadden in 2009 97,1 mensen per 100.000 inwoners het eerste signaal (rode kring) van de ziekte van Lyme. Tov het oosten van het land zitten we ongeveer op de helft.

Onze verantwoordelijkheid:
Ook onze gasten die onze excursies  volgen lopen een risico, we zouden bij aanvang van onze excursies even aandacht kunnen besteden aan de teek. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Nut van de teek:
Voor de natuur zijn teken wel degelijk van waarde. Ze spelen een belangrijke rol als voedsel voor andere dieren. Volgezogen teken zijn een voedzame hap voor bijvoorbeeld steekmieren en vogels. Eksters, kraaien en spreeuwen pikken deze teken van het vee af. Valt ook maar één schakel weg uit die voedselketen, dan kunnen andere dieren al in grote problemen komen.
Daarnaast hebben teken nog een andere functie, waar moeilijker begrip voor op te brengen is: teken kunnen ziektes overbrengen. Ze helpen bacteriën, virussen en ziektekiemen te overleven, door ze over te dragen van het ene dier op het andere óf op de mens. Voor ons is dat niet nuttig, maar voor de natuur uiteindelijk wel. Alles heeft een plek in de natuur. Daar horen ook ziekte veroorzakers bij. Ziektes zorgen ervoor dat zwakken afvallen en sterken overleven. Dat is naar en niet altijd te begrijpen. Alles bestaat uit sterfelijk zijn en een terugkeer in de voedselketen. Als alles zou overleven dan zou de natuur al lang overbevolkt zijn geraakt. De natuur is hard, maar zo houdt ze zichzelf wel al miljarden jaren in stand.

Voorkomen van een beet:
·         Blijf zoveel mogelijk op de paden en vermijd dichte begroeiing en struikgewas.
·         Draag dichte schoenen, lange mouwen en een lange broek. Stop  broekspijpen in uw sokken.
·         Draag kleding die geïmpregneerd is met het insectenwerende middel Permitrine of spuit uw kleding in met een middel dat DEET bevat.
·         Smeer de onbedekte huid in met middel dat DEET bevat.
·         Raadpleeg tekenradar.nl en de App ‘tekenbeet’.

Controleren na bezoek aan de natuur:
·         Teken kunnen overal op het lichaam bijten, maar hebben voorkeur voor de liezen, knieholtes, oksels, bilspleet, de randen van uw ondergoed, achter de oren en rond de haargrens in de nek. 
·         Gebruik zo nodig een vergrootglas en een spiegel voor plekken die u zelf moeilijk kunt zien of vraag iemand anders om u op teken te controleren.
·         Controleer ook uw kleding. Haal teken weg die op uw kleding zitten. Zitten ze vast, was uw kleding minimaal 30 minuten op 60 graden of stop het in de wasdroger.

Wat te doen na ontdekking teek(beet):
·         Hoe langer de teek in uw huid zit, hoe groter de kans dat hij ziekteverwekkers overdraagt.
·         Gebruik geen alcohol, jodium, olie of andere middelen voordat u de teek verwijdert.
·         Pak de teek met een puntig pincet zo dicht mogelijk op de huid bij de kop vast en trek hem er langzaam uit. Als er een stukje van de kop in de huid achterblijft, is dat ongevaarlijk. Gebruikt u een andere tekenverwijderaar? Volg de gebruiksaanwijzing. Ontsmet hierna het beetwondje.
·         Schrijf op wanneer en waar op het lichaam u gebeten bent.
·         Zit de teek al langer dan 24 uur op uw huid? Overleg met de huisarts of behandeling gewenst is.
·         Heeft u de teek binnen 24 uur weggehaald? Houdt tot drie maanden na de tekenbeet de huid rond de beet in de gaten. Let op het ontstaan van een rode ring of andere klachten die kunnen duiden op de ziekte van Lyme. De rode ringvormige uitslag is niet altijd duidelijk te zien. Op de website van EUCALB staan meerdere verschijningsvormen van een rode ringvormige uitslag na een tekenbeet.
·         Krijgt u klachten? Ga naar de huisarts en meld dat u door een teek gebeten bent.
·         Ontstaat er een klein, rood plekje op de plek van de beet, dan hoeft u zich geen zorgen te maken. Dat is een reactie van de huid op de beet zelf.

Bron: RIVM, tekenradar.nl, infonu.nl, vroege vogels