Annie Oude Avenhuis



Houtduiven op het balkon (2011); 5 minuten praatje, IVN 4 juni 2014
Annie Oude Avenhuis
In 2011 kwamen wij rond 15 juli terug van vakantie uit Normandië. Wij werden verrast, toen er op ons balkon twee eieren waren gelegd in een plantenbak. Wij hadden bezoek van 2 duiven gekregen. De buurman die de planten water gaf, vertelde dat hij opeens het nest had gezien en eigenlijk niet wist wat hij met de eireren moest doen.
Ik wist het ook niet.... (en ik had niet zoveel zin in een duivenplaag .....)
Maar, zoals jullie weten heb ik een schoonmoeder van 90, die veel over de natuur weet.
'Zijn het stadsduiven of houtduiven', vroeg zij mij. Eerlijk gezegd wist ik het niet. Ik beschreef de duif aan haar en het bleek een houtduif te zijn.
Zij adviseerde mij om Vogelbescherming te bellen. Tot mijn grote verrassing bleek de houtduif een beschermde vogel te zijn: die mag je niet zomaar verjagen! Om geen duivenplaag op je balkon te krijgen is het wel verstandig om het nest na de broedtijd direct te vernietigen.
Het is even wennen aan het idee, maar het went al snel. Eigenlijk vind ik het heel bijzonder om zo'n proces van dichtbij mee te maken: kuikens, die uit het ei kruipen en door beide ouders worden gevoerd en groot gebracht totdat ze uitvliegen. In augustus vlogen ze uit: het was een heel bijzondere tijd (we hebben veel foto's en filmpjes gemaakt).

Soorten duiven (levensduur in het wild)
Houtduif (Columba palumbus) (41 cm) overal (14 jaar)
Holenduif (33 cm) open bossen en parken (9 jaar)
Turkse Tortel (28 cm) in parken en tuinen (3 jaar)
Tortelduif
Rotsduif of Stadsduif (33 cm) in steden en dorpen (oorspronkelijk een rotsduif, vandaar dat zij makkelijk in gevels – als surrogaat rotswand- kunnen verblijven).
NB Een duif 'niet in het wild' heeft een levensduur van35 jaar!

Kenmerken Houtduif
Grootste inheemse duif (tamme duif); grijsblauw met opvallend witte halsvlek; groenglanzend in hals; snavel is rood, witachtige neuswratten, gele punt; lange staart met zwarte eindzoom.
Duiven hebben bijzonder sterke vleugelspieren. Dat is te merken aan het klapperende geluid bij het opvliegen en tijdens baltsvluchten: “Een vogel in vlakke vlucht stijgt plotseling even en glijdt dan naar beneden, 'klapt' met zijn vleugels en duikt dan uit de glijvlucht omhoog.” (6).

Biotoop (leefomgeving)
De houtduif is van oorsprong een bosvogel. Eerst in parken en tuinen, en daarna in de steden. Het eerste beschreven broedgeval in een park dateert uit 1902: in dat jaar meldde Jac.P. Thijsse een broedgeval voor het Vondelpark. Op dit moment is de houtduif in Nederland een zeer algemene broedvogel. Men schat dat ongeveer de helft van de hout duiven overwintert rondom de Middellandse Zee. De rest blijft.

Levenswijze en voedsel
Geluid: het 5-6 tonige gekoer 'roe-koè-koe, roe-koè met de klemtoon op de tweede lettergreep, draagt ver. In steden minder schuw.  Duiven zoeken buiten de broedtijd vaak in grote zwermen op akkers en weilanden naar voedsel. Ze leven van allerlei zaden, beukenoten, eikels, grassen, bladeren, bessen en andere vruchten. Verreweg het grootste deel van hun voedsel is plantaardig. Een enkele keer pikken ze een worm, slak of kever. Ze slaan hun maaltijden op in hun grote krop om de stevige kost vóór te weken. In jonge polders vinden ze schelpenresten, waar kalk in zit; en een hap willekeurige klei voedt ze met mineralen.
Boeren vinden het niet altijd plezierig als de duiven hun akkers leeg roven: “Een koppel duiven op het platteland: ijverige, grijze vogels, die systematisch voortgaan, druk pikkend in de grond, af en toe waakzaam het kleine kopje omhoog. Op de dikke volgevreten krop glanzen olieachtige kleuren op een grijs verenpak. De oogjes kijken altijd verontwaardigd door de witte bril van naakte huid. De duiven grazen verder, druk bewegend, want de dag is kort. (…) Er zijn maar weinig vogelaars, die het de moeite waard vinden om houtduiven lang in het vizier te houden. Het is hun om vreemd volk te doen en niet om zulk gewoon grauw (7)”.
Een leuk weetje: duiven zijn de enige vogels die water in hun snavel zuigen en door slikken, zodat ze met hun kop omlaag kunnen drinken; andere vogels moeten hun kop optillen om het water door de keel naar binnen te laten lopen.

Nest
Het nest wordt in de boomkruinen gemaakt, meestal hoog boven de grond. Het is een plat, bordvormig bouwsel van takken en heeft  bekleding met een doorsnede van 30 x 40 cm. Eigenlijk bestaat het nest uit een aantal losse takjes, die door duivenpoep bij elkaar wordt gehouden. (Een andere brom schrijft over een stevig, dun nest van twijgen in bomen. Eigrootte is 40x29 mm).

Broedduur
 Vrouwtje en mannetje broeden in 16-17 dagen de twee jongen uit, die na ongeveer 4 weken uitvliegen. Beide vogels broeden vanaf 2e ei. Enkele dagen voordat de eieren uitkomen wordt de binnenlaag van de krop van de duif dikker. Dit wordt aangezet door het hormoon prolactine, hetzelfde hormoon dat bij zoogdieren de melkproductie aanzet. Deze laag laat los en komt vrij als een melkachtige substantie, de zgn duivenmelk: die wordt in de krop van duiven geproduceerd nadat de jongen uit het ei zijn gekropen.  Deze aanpassing is vrij uniek binnen het vogelrijk, en zorgt ervoor dat duiven minder afhankelijk zijn van het broedseizoen. Dit duurt bij duiven dan ook enkele maanden lang. Zowel de vrouwtjes als ook de mannetjes geven duivenmelk.  De krop is een onderdeel van het spijsverteringsstelsel, dat voorkomt bij onder andere vogels en insecten. Een krop is een holte in de keel, waar voedsel tijdelijk wordt opgeslagen. De holte zit vòòr de spiermaag die het voedsel kneedt, waarna het naar de darmen wordt afgevoerd.(Wikipedia). Bij vogels dient de krop om voedsel te bewaren en het later aan de jongen te geven. De jongen steken dan hun snavel in de krop en voeden zich met het voedsel, de duivenmelk. Na enkele dagen worden steeds meer zaden geweekt in, duivenmelk  zodat ze ook met dat voedsel vertrouwd raken. Ze krijgen ook steentjes gevoerd om de jonge magen te helpen bij het vermalen van die harde zaden. Zeker bij late broedsels, die tot in oktober worden gelegd, komen die maagsteentjes van pas om mais, beukenootjes en eikels klein te krijgen.

Tot slot: ik merk dat ik de houtduif een boeiende vogel vind, ga 'm steeds leuker vinden, vooral in de natuurlijke leefomgeving, bv in het Vliegenbos, waar veel bosduiven rondscharrelen en leven.
Zie foto's (18) en 2 filmpjes (11 augustus 2011).

Bronnen:
Startgids 'Vogels kijken'.
Cerny, Walter., Welke vogels zijn dat? Een gids voor vogelliefhebbers. Thieme Zutphen, 1975.
Dieren- en plantengids voor onderweg. Thieme, Tirion Baarn, 1990.
Vogelen in Amsterdam. Vogelwerkgroep Amsterdam, KNNV 2006 (foto p14  Houtduif en stadsduif).
J.E. Sluiters, Prisma vogelboek, het Spectrum, 1965.
Terence Lambert en Alan Mitchell,  Lambert's vogels van bos en tuin, Baarn, 1976.
'De vogels', M. Bastin en F. Buissink, Grasduinen, Oberon Haarlem, 1984?
AOA, 4 juni 2014