Verslag Elsenhove 08-11-2014

ELSENHOVE 8 november 2014, tekst: Edith Otten

VEEN: een natuurlijke spons
Door de bijzondere eigenschappen van veenmos kan een veenbodem zichzelf maken. Veenmos houdt in zijn cellen, tussen zijn takjes en tussen de verschillende plantjes water vast. Het mos groeit aan de top, terwijl de basis afsterft. Doordat de vegetatie geheel met waterverzadigd is en er geen zuurstof bij kan, vergaan de afgestorven plantenresten niet. Zo ontstaat een steeds dikker wordende, kletsnatte, sponsachtige bodem.
Veenvorming ontstaat bij een niet te nat en niet te droog klimaat. Nederland, Ierland, Schotland...
LAAGveen: is ontstaan onder invloed van het grondwater en ligt rond de waterspiegel, west / noord Nederland.
HOOGveen: is ontstaan onder invloed van regenwater met belanrijkste bestanddeel is VEENMOS en kan grote hoeveelheden water opnemen tot wel 90 %. Er zijn ook op grote hoogten in de bergen veenlijnen gesignaleerd, zelfs op 3000 meter.
1000 voor chr. kwam het zeewater omhoog onstond een duinrand met daarachter Bosveen, Mossen, Zeggen, Grassen. En wordt het veen toegankelijk voor de mens, ze worden ‘loopbaar’.
RIETVEEN: bestaande uitresten van waterplanten zoals riet.
ZEGGEVEEN: bestaande uit resten van Zeggen en Mossen.
BOSVEEN: uit resten van bossen.
VEENMOSVEEN: resten van Veenmos, deze kan boven de grondwaterspiegel blijven groeien. Onstaat voornamelijk onder invloed van regenwater en is daardoor voedselarm.
VEENMOS, Sphagnaceae. Deze mossoort kan 500 x zijn gewicht aan water vast houden, gaat door met verzuren van omgeving. Het plantje blijft laag maar haalt het grondwater omhoog waardoor een ‘bult’ ontstaat.
ZEGGE: onderkant steel: driehoekig, stengel is gevuld, groeit in zure omgeving.
RUSSEN: stengel is rond, gevuld met merg.
GRASSEN: zijn hol, bladeren hebben een 2-zijdige groeivorm aan de steel. En alleen deze wordt door vee gegeten.

Leuk rijmpje door Aleid opgezegd:
“SEDGES have edges, RUSHES are round,
GRASSES are Hollow …from the top to the ground”.

VLIER: groeit in voedselrijke grond met veel stikstof, bijv: in de achtertuin bij de tuinafval. Wordt ook verspreid door de vogels die de pitjes van de bessen uitpoepen.
Bramen en Brandnetels groeien ook in een stikstofrijke grond. Stikstof wordt tegenwoordig ook door het verkeer en de vluigtuigen verspreid over het land.
ELS: in de Benelux: de ZWARTE en de GRAUWE Els, heeft ronde blaadjes en knoppen. Samen met de Wilg eerste bomen in de geschiedenis, deze is een pioniersplant. Leeft in voedselarme grond, produceert veel stikstof in de grond waar andere planten van profiteren. Heeft wortelknolletjes met bacteriën die voor de binding van stikstof. Bij het door zagen van de boom, kleurt het hout rood.

Extra informatie die gids Arend heeft opgezocht: De Els maakt bij zuurstoftekort in de grond een extra laag met luchtcellen “aerenchyma” in de schil van de wortels. Via dit luchtige weefsel vind er gasuitwisseling plaats. Om deze gasuitwisseling te bevorderen maakt de Els dan ook extra lenticellen aan in de onderkant van de stam. Zie: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1055/s-2005-873041/abstract Als de wortels desondanks zuurstoftekort hebben dan wordt de energie vrijgemaakt uit de suikers door middel van fermentatie, hier is geen zuurstof voor nodig maar er ontstaat wel alcohol als afvalproduct! Zie: http://link.springer.com/article/10.1007%2FBF00402865#page-1 Het sap van zaagsnede kleurt rood door Tannine en Xyloside (=een suiker). Zie https://ir.library.oregonstate.edu/xmlui/handle/1957/6624 En wat betreft de fosfor, ik weet niet op welk verhaal je daar doelt. Ik vond twee studies die aangaven dat Elsen de beschikbaarheid van fosfaat in de grond bevorderen Zie:http://warnercnr.colostate.edu/~dan/papers/CJFR_25_1995_2.pdf en https://pbsociety.org.pl/journals/index.php/asbp/article/view/asbp.2012.013. Overigens, ook de Pitrus vormt aerenchymweefsel in de buitenkant van zijn wortel.

BERK: groeit ook in veen, groeit met voorkeur in moerassige streken. De schors vergaat bijna niet is ‘waterproef’ met de schors kan je goed een vuurtje aansteken ook al is het weer vochtig is. Boten en kano’s worden van dit hout gemaakt.

HULST: enige loofboom die in de winter het blad behoud.
Bomen stoten in de winter hun haarwortels af om het waterbalans goed te houden, deze groeien in het voorjaar weer aan. De boom heeft geen maximale groei in de breedte, deze wordt beinvloed door buitenaf: storm, brand..enz.

WILG: pioneer en houd van vochtige bodem, veel langs sloten en plassen. Groeien zeer snel en kunnen geknot worden, zet men een tak hiervan in de grond en er ontstaat weer een nieuwe boom