De Haas van Hans Buijze



De snelheidsduivel van de polder (tot 75 km per uur), opgejaagd door jagers, zeer alert, goed tegen de kou bestand, spelend, rennend, vliegend, opgeschrikt soms van zijn leger: de haas. (Hans Buijze)

Het aantal hazen neemt drastisch af: sinds 2008 is de populatie met 40% afgenomen.
Men vermoedt dat het eenzijdige voedselaanbod (raaigras) en daarmee de vatbaarheid voor ziektes (bv EBHS Europenan Brown Hare Syndrome) hoofdoorzaak is van deze desastreuze daling, evenals het gebruik van herbiciden en insecticiden.
Natte tijden waarin jongen opgroeien zijn slecht voor de hazenstand: hoogstwaarschijnlijk overleven er dan vele parasieten waar de hazen last van hebben.

Wie is eigenlijk de haas?
Enige wetenswaardigheden:
-veel groter dan een konijn, met lange poten, vooral de achterpoten zijn erg lang, hij heeft een grijze of grijsbruine vacht (ook andere kleuren mogelijk), een kort staartje, hij ruit tweemaal per jaar in de lente en de herfst. 
- hij springt meer dan een konijn en heeft veel grotere oren. Hij kan erg goed horen en kan zijn oren onafhankelijk van elkaar bewegen. Hij heeft zijwaarts geplaatste ogen waardoor zijn blikveld heel groot is.
- het gewicht van een haas varieert van 2,5 tot 7 kg afhankelijk van de biotoop; het mannetje (de rammelaar) is iets groter dan het vrouwtje (de moer).
- je kunt hazen herkennen aan de sporen en aan  het leger (gewoon een kuiltje in het gras) met soms haar erin en de vaste paden (wissels), goed te zien in het gras. De haas springt over sloten heen. Als de sloot te breed is zwemt hij naar de overkant.
- de haas komt in heel Europa voor en in grote stukken van Azië; de haas is geïntroduceerd in stukken van Australië (nu een plaag daar), in Nieuw-Zeeland, het zuiden van Zuid-Amerika en in New York. Vaak is de haas geïmporteerd als jachtwild.
- de haas is een nachtdier; in de zomer is hij ook in de ochtend en vroeg in de avond actief; meestal ligt hij overdag platgedrukt tegen de grond in of in de buurt van zijn leger; hij blijft alert en slaapt hoogstens een paar minuten achter elkaar.
- de haas eet grassen en kruiden, paardenbloemen, knoppen, zaden, twijgen maar ook cultuurgewassen als bieten, kool, wortelen en granen. Daarnaast eet hij ook schors, paddenstoelen, appels, bessen.  In strenge winters eet hij ook aas en heel opvallend hij eet zijn eigen uitwerpselen. Hij drinkt zelden en haalt het vocht uit zijn voedsel.
- de haas heeft een enorme actieradius (ongeveer 300 ha) en in de winter nog groter. In zijn gebied komen ook andere hazen voor, de grenzen van het gebied worden aangegeven met geurvlaggen. De haas is voornamelijk alleen, soms in groepen met een duidelijke hiërarchie. Hij blijft meestal in de buurt van waar hij geboren is.

De voortplanting van de haas.
De paartijd begint in januari en eindigt in juli. Waarschijnlijk onder invloed van veranderend licht worden hormonen opgewekt waardoor de zaadballen van de ram indalen.
Het vrouwtje heeft een cyclus van zes weken waarin ze slechts enkele uren vruchtbaar is; de ram ontdekt dat door te ruiken.
Soms zijn er heftige gevechten tussen rammen om de moer, boksende hazen. Soms zie je hazen in de lucht springen; dat doen ze om elkaar met de poten af te schrikken en soms zelfs te doden.
De bevruchting vindt plaats na een wilde achtervolging van de moer waarbij de haas met de beste conditie mag paren.
Een haas werpt maximaal vier keer per jaar, het vrouwtje kan voor de worp alweer gedekt worden. De draagtijd is ongeveer 42 dagen en er worden twee tot vijf jongen geboren.
Na de geboorte kunnen de jongen zich al na enkele uren zelfstandig voortbewegen. Ze zijn geurloos. De moeder roept hen na zonsondergang met een hoornachtige schreeuw om hen te zogen. Na een paar weken leven de jongen op zichzelf.

De haas kent vele bedreigingen: prooidier van vos,marterachtigen, uil, roofvogels.
En niet te vergeten de mens die graag op hem jaagt vanwege zijn heerlijke vlees (het jachtseizoen is geopend van 15 oktober tot en met 31 december) en er zijn in Nederland ongeveer 300.000 jagers. Maar binnenkort moeten hobbyjagers toestemming vragen aan de provincie. Dit is bedacht als een compromis tussen tegenstanders van de jacht en voorstanders. Voortaan een ‘gecontroleerde jacht’ en ‘een einde aan de plezierjacht’.
Tenslotte is de haas ook een veelvuldig gebruikt dier in mythen en verhalen, spreekwoorden en gezegdes, liedjes en toneelstukjes.
Denk maar aan de paashaas, Zoef de haas uit de fabeltjeskrant, een fabeldier.
En wat te denken van de geneeskrachtige werking van de as van verbrande hazenharen!