Verslag Wester Amstel 10-05-2014



Excursie Wester-Amstel 10-5-2014

Op deze regenachtige dag troffen we elkaar voor het huis Wester-Amstel voor een rondwandeling langs de Amstel en een stukje Middelpolder om weer te eindigen in de beeldentuin van Wester-Amstel. De gidsen van vandaag waren Gert-Jan Roebersen en Aleid Offerhaus. Gert-Jan vertelde eerst iets over de geschiedenis van de buitenplaats en daarna splitsten we ons in 2 groepen. De ene groep liep met Gert-Jan mee en de andere waaronder ik met Aleid. Carla was hier ook bij en gaf hier en daar aanvullende informatie.

Wester-Amstel is de oudste buitenplaats langs de Amstel. Het is in 1662 als herenboerderij gebouwd voor een rijke Amsterdamse koopman die er af en toe woonde. Door de eeuwen heen is het verschillende keren van eigenaar gewisseld. Eind jaren tachtig van de vorige eeuw is het grondig gerestaureerd en het wordt nu voor een symbolisch bedrag verhuurd aan Groengebied Amstelland, een recreatieschap dat verschillende natuur- en vooral recreatiegebieden in Amstelland beheert. Het wordt nu vooral als kantoor gebruikt voor de beheerders van het Groengebied en het achterhuis (voormalig koetshuis) is in gebruik als expositieruimte. De tuin rondom het huis wordt beheerd door vrijwilligers van de Vereniging Vrienden van Wester-Amstel.  
Na de inleiding van Gertjan vertrokken we richting de Amstel waar Aleid iets vertelde over de oorzaak van het niveauverschil tussen de Amstel en het  zogenaamde bovenland waar Wester-Amstel ligt. In een natuurlijke situatie ligt een rivier altijd lager dan het omringende land omdat water nu eenmaal altijd het laagste punt opzoekt. 1200 jaar geleden was dit hier ook zo. Het land bestond uit hoogveen en lag 6-7 mtr hoger dan nu. Overtollig water stroomde af naar de Amstel en deze voerde dit water af richting wat toen het Oer-IJ was en waar nu Amsterdam ligt. Doordat de mens zich in het veen vestigde en het land ging ontginnen door het te ontwateren zakte het land al snel. Door de wateronttrekking (veroorzaakt krimp) en doordat veen als het in contact komt  met lucht  met zuurtsof reageert en in CO2 (een gas dus ) verandert blijft er op den duur weinig van over.

Eerst werd hier akkerbouw en later veeteelt gepleegd maar in de loop van de vijftiende eeuw werd turf als brandstof voor de groeiende steden in Holland een steeds waardevoller brandstof. De door inklinking inmiddels aardig natte veenweiden of akkers waren in verhouding tot het waardevolle turf niet meer zo lucratief. Hierdoor werd in grote delen van Amstelland turf gewonnen. Eerst voor eigen gebruik maar later ook bedrijfsmatig. Hierdoor zijn vele gebieden uitgeveend. Het bijzondere van het bovenland, waar Wester-Amstel ligt, is dat dit nooit voor de turfwinning is gebruikt waardoor de bodem hier nog uit veen bestaat.

Ook leuk was het verhaal dat de Amstel in 2005 tijdelijk de andere kant op stroomde namelijk richting de polders die toen erg te lijden hadden van langdurige droogte. Het waterschap besloot toen om, ter bescherming van de zwakke veendijken in Amstelland, IJsselmeerwater via de Amstel richting de polders te laten stromen. Dit zorgde ervoor dat de uitgedroogde veendijken weer verzadigd raakten met water waardoor ze niet konden gaan schuiven zoals dat jaar in Wilnis was gebeurd.

Na deze uitleg liepen wij een stuk langs de Amstel alwaar wij een aantal interessante planten zagen zoals; Koolzaad, waterzuring, siberische berenklauw, groot hoefblad, smeerwortel en 

De engelwortel lijkt op berenklauw maar het blad is anders en de bloemschermen zijn bolvormig. Ook deze plant blijkt eetbaar; In Frankrijk en Spanje wordt de stengel gekonfijt en  wordt daar in de winkel verkocht.

Achter de oeverbeschoeiing van de Amstel was een heel drassige plek waar zeggen (cyperzegge?) groeiden en liesgras. Zegges zijn, net als russen planten die graag in of bij water staan . Ze zijn te herkennen aan hun driehoekige stengel. Hierin verschillen ze van russen die een ronde stengel hebben. Grassen hebben een holle stengel. Op deze plek zagen we ook blaartrekkende boterbloem. Zoals de naam al zegt veroorzaakt deze plant blaren op de huid bij het fijnknijpen van de bladeren. Het verhaal gaat dat bedelaars deze plant vroeger gebruikten om er extra zielig uit te zien.

Ook zagen we een zoetwatermossel die was opengepikt. Er was discussie over welk beest dit had gedaan; een meerkoet of toch een rat? Zeker is in ieder geval dat de aanwezigheid van zoetwatermosselen aangeeft dat de waterkwaliteit redelijk goed is. Inmiddels was het steeds harder gaan regenen en baggerden we naar de Middelpolder.  Dit is een bekend weidevogelgebied . Al wandelend zagen we in de verte grutto’s en scholeksters.  Op een stuk weiland was grond afgegraven. Carla vertelde dat dit een experiment was met als doel de vorming van (hoog-) veen te stimuleren. Inmiddels aardig doorweekt maar ongebroken kwamen we bij de zogenaamde gasput. Op deze plek stond vroeger een boerderij waar alleen de vijver en de gasput nog van over zijn. Met behulp van moerasgas dat bij veenvorming diep onder de grond vrijkomt werd hier gekookt. Wanneer ergens moerasgas vrijkomt is dit te zien aan een regenboogkleurig vlies dat op het wateroppervlak drijft. Het heeft dezelfde kleur als olie op water. Als je er met je vinger in prikt zal het uiteenvallen maar bij olie sluit het vlies zich weer. Er staan hier veel bessenstruiken en ook een soort pagode van haagbeuk. We maakten onze rondwandeling af en kwamen weer op Wester-Amstel uit alwaar Jack en Monica hun 5-minuten praatjes hielden. Allebei hadden ze een interessant en enthousiast verteld verhaal. Monica vertelde over mutualisme bij mieren en bladluizen en Jack over permacultuur. Ondanks de regen was het toch weer een mooie ochtend.

René Reekers