Verslag Middelpolder 26-04-2014



Verslag excursie Middelpolder. 26 april 2014.Koningsdag.

Terwijl Amstelveen in afwachting was van de Koning en Koningin die het feest  daar zouden opluisteren,maakten wij ons op bij de Ark om met Carla,Henk en Jeanette op stap te gaan naar de Middelpolder.De Middelpolder bestaat uit het bovenland en benedenland.Het bovenland was vroeger in bezit van het Burgerweeshuis in Amsterdam.Dit mocht i.t.t het benedenland niet afgegraven worden voor turfwinning omdat hier koeien op moesten grazen voor de melk voor de wezen.Al lopend naar de Middelpolder komen we tegen;

 Fluitenkruid
        Fluitenkruid is een plant uit de schermbloemenfamilie. De soort komt in Nederland en Vlaanderen algemeen voor, in het bijzonder op plaatsen die met gras begroeid zijn. De plant komt veelal talrijk voor in wegbermen die hierdoor wit gekleurd worden.
Fluitenkruid wordt ook wel Hollands Kant genoemd.

Kaasjeskruid
        Kaasjeskruid is een geslacht van kruidachtige planten uit de kaasjeskruidfamilie. Het geslacht is met dertig soorten wijdverspreid over gematigde, subtropische en tropische gebieden van Afrika en Eurazië.
Malva of te wel Kaasjeskruid is eigenlijk een soort stokroos.Het is een vertakte plant met diep ingesneden blad en zachtrose tot paarse bloemen,zacht geurend naar muskus.

Iep (Ulmus) (ook bekend als olm) is een geslacht van loofbomen. De bladeren zijn veernervig en hebben een gezaagde bladrand. Ze lijken soms op de bladeren van de haagbeuk (Carpinus betulus). Iepenbladeren hebben echter in tegenstelling tot die van de haagbeuk een ongelijke bladvoet. De bloemen bloeien eerder dan dat de bladeren verschijnen. Het bloemdek is klein, groen en aan de slippen zijn ze onderling vergroeid. Daar boven staan de meeldraden met paarse helmhokken en de stamper. De zaden zijn afgeplat en hebben een brede gevleugelde rand.
De iep is gevoelig voor de iepziekte. Deze verwelkingsziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Ophiostoma ulmi. De iepziekte wordt overgebracht door de iepenspintkever, die de genoemde schimmel bij zich draagt. De schimmel groeit in de houtvaten van iepen, waardoor deze verstopt raken. Hierdoor verwelken de bladeren en sterft de boom. Van de begin 20e eeuw nog zeer uitgebreide iepenbestanden in Nederland is tussen 1919 en 2000 zeker negentig procent door de iepziekte verdwenen, waardoor het landschap een behoorlijke verandering heeft ondergaan.
Iepen groeien bij voorkeur op tamelijk voedselrijke, vochthoudende en kalkrijke grond.
In Nederland is vooral de Hollandse iep veel aangeplant in de kustprovincies. Hij is goed tegen de enigszins zilte zeewind bestand.
Die iep heeft de West-Vlaamse stad Ieper aan een naam geholpen. In de streek stond het oorspronkelijk vol Iepen. Ook de Ieperlee die door de stad Ieper stroomt heeft haar naam aan de Iep te danken.
Op de schors van iepen kan een grote variatie aan korstmossen groeien.
Heel veel scholeksters broeden in Amstelveen op daken;dit kan omdat ze de eerste weken gevoerd worden. Het zijn nestblijvers.Nestvlieders als de tureluur, de kievit en de grutto kunnen dat niet.Zij gaan meteen in het gras scharrelen en eten.
We horen vervolgens een Tjif-tjaf.Je herkent hem doordat hij zijn eigen naam roept.

Vervolgens zien we veel  Raapzaad.Dit lijkt heel erg op Koolzaad.Bij Raapzaad zitten de knopjes echter onder de bloemen en bij het Koolzaad er boven.De velden en bermen kunnen er prachtig geel mee kleuren.

De Boerenzwaluw;; deze herken je aan de lange staartpennen.De huiszwaluw en de oeverzwaluw hebben korte.Er is een oeverzwaluwwal gemaakt in A'veen in de buurt van de brandweerkazerne.Ieder jaar maken ze weer een nieuw nest.

Berenklauw (Heracleum) is een geslacht van ongeveer zestig soorten tweejarige en overblijvende planten in de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). Ze komen voor in de gematigde gebieden van het noordelijk halfrond en in de tropen in gebergten tot Ethiopië.
Hun naam verwijst naar de vorm van hun bladeren, die wel iets weg heeft van een klauw. Je hebt de Inheemse Berenklauw;deze kun je eten en bloeit gelig.De grote is de Siberische en bloeit wit.
Het sap van de berenklauw is fototoxisch. Na aanraking geeft het o.i.v. zonlicht blaarvorming.

Gierzwaluw. De gierzwaluw wordt ook wel koninginnevogel genoemd,omdat deze rond koninginnedag terug is uit Afrika,waar hij overwintert.Dat wordt dus nu koningsvogel.De gierzwaluw raakt nooit de grond;de jongen gaan direkt vanuit de holen vliegen naar Afrika.De gierzwaluw paart,slaapt en eet in de lucht.Hij heeft een sikkelvorm.

Hondsdraf.
        Hondsdraf is een kruipende, geurende plant die behoort tot de lipbloemenfamilie. De naam is waarschijnlijk afkomstig van het Gotische woord 'Gunderaba' wat wonddrank betekent.
De hondsdraf wordt wel gebruikt in kruidenboter.

Zuring (Rumex) is een geslacht van meest overblijvende, kruidachtige planten uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae). De ongeveer tweehonderd soorten komen van nature voornamelijk voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond, maar zijn wereldwijd geïntroduceerd.
Zuring groeit meestal op zure grond. De soorten worden vaak beschouwd als onkruid. Sommige soorten, zoals de veldzuring, hebben echter eetbare bladeren die in salades gebruikt worden. Ook vormt veldzuring het hoofdbestanddeel van paling in 't groen.
De planten bevatten oxaalzuur. Hierdoor kunnen ze bij consumptie van grote hoeveelheden aanleiding geven tot vergiftigingsverschijnselen bij herkauwers en paarden. Deze plant wordt onder andere gegeten door de zuringwants .Je hebt o.a. ridderzuring ;deze is groter met ronder blad en smaakt bitter.

De kruipende boterbloem (Ranunculus repens) is een plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De soort wordt beschouwd als een hardnekkig onkruid. De plant is net als de meeste boterbloemen licht giftig, daarom zal vee er omheen grazen. Hierdoor krijgt de plant nog meer kans om zich te verspreiden.
De scherpe boterbloem (Ranunculus acris) is een overblijvende plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De plant komt in België en Nederland algemeen voor in weilanden en langs de weg. De plant kan maximaal 1 m hoog worden. Er zijn uitlopers die bewortelen

De Pinksterbloem.Een van de schoonheden van vochtige tot natte graslanden en moerrassen is de Pinksterbloem . Het is een middelhoge in het voorjaar bloeiende plant met prachtige licht-lila  tot roze of paarse bloemen met een fraaie adering. De rechtopstaande ronde stengel is soms vanaf de voet vertakt, en draagt samengestelde bladeren met smalle slippen. De blaadjes van de pinksterbloem bevatten veel vit.C.,en worden  gebruikt in salades..Werden vroeger gebruikt om scheurbuik op een afstand te houden.
Fitis.De fitis en tjiftjaf zijn tweelingsoorten, dat wil zeggen, dat ze uiterlijk zeer op elkaar lijken. Ze zijn wel te onderscheiden door de zang. Deze is bij de fitis muzikaal, vloeiend en aflopend;”vandaag is het mooi weer,maar morgen regent het”; de fitis eindigt in mineur,  terwijl bij de tjiftjaf de zang bestaat uit het herhaaldelijk roepen van tjif-tjaf. Fitissen hebben een grijsgroene rug, gelige onderzijde, witte oogstreep en doorgaans lichte poten.                                                                 
Riet. De bladeren van het riet hebben een knik in het blad. Dit heet een duivelsbeet.Riet of echt riet is een plant die tot de grassenfamilie (Poaceae) behoort. De plant is prominent aanwezig aan waterkanten. Rietgras  lijkt in het vegatieve stadium veel op riet, maar heeft een vliezig tongetje in plaats van haartjes .Op de grens van de bladschede en de bladschijf zit bij het riet in plaats van een tongetje (ligula) een krans van haartjes. Verder zien we een systeem van om elkaar gedraaide bladeren(draaien met alle winden mee)
Kardinaalsmuts. Deze heeft groene takken met bruine kurklijsten (in de winter) Is gevoelig voor spinselmot;rupsen.De kardinaalsmuts heeft slapende knoppen;na St.Jan gaat hij uitlopen,ook als hij helemaal kaal gegeten is.De vrucht is een rozerode, vier- of vijfhokkige doosvrucht, die opensplijt waarbij de vlezige, oranje zaden tevoorschijn komen. De zaden worden door vogels gegeten, die de zaden na vertering weer uitscheiden waardoor deze verspreid worden.Alle delen van de plant zijn giftig voor de mens.
Vogelmuur (Stellaria media) is een lage, eenjarige plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De bloeitijd loopt van januari tot december. De plant is vaak wijdvertakt, maar heeft slechts één wortelstelsel. De 3-40 cm lange stengels zijn groen of rood. De bladeren zijn groen, eirond met een spitse top, en vaak gesteeld. De bloemknop is sterk behaard. Vogelmuur groeit in akkers, tuinen en ruigten. De plant geldt als een typisch onkruid. Grondbewerking is nodig om het biotoop van deze plant in stand te houden. Ze vormt snel zaden en is vaak één van de eersten die kiemt na een schoffelbeurt. Doordat ze ook in de winter groeit, beschermt ze met haar bladen de aanvankelijk open grond waardoor die niet geheel dichtslaat.Vogels vinden vogelmuur lekker.Volierehouders gebruiken deze plant wel om hun vogels van groenvoer te voorzien. 
Vogelmuur wordt ook verwerkt in salades.
Madeliefje. Houdt van de weide.Made is weide.In het voorjaar kunnen de jonge blaadjes worden geplukt om verwerkt te worden in een salade.[1] De bloemen kunnen ook worden gegeten.[2] Bloemen die nog in de knop zitten of slechts gedeeltelijk zijn geopend, smaken nootachtig. Een geheel geopende bloem smaakt ietwat bitter. Als de bloemknoppen zuur worden ingelegd, dan kunnen ze ook als vervanging voor kappertjes worden gebruikt. Gecultiveerde madeliefjes zijn meestal niet eetbaar In de homeopathie wordt het madeliefje gebruikt om problemen met de huid te behandelen, zoals huidontstekingen met jeuk en eczeem
Gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum) is een vaste, zodevormende plant, die behoort tot de grassenfamilie (Gramineae of Poaceae). De plant heeft een toffee-achtige (coumarine) geur, waaraan de plant de Nederlandse naam te danken heeft, evenals de bijnaam toffeegras. Deze coumarine treffen we ook aan in het onze lieve bedstro en is bloedverdunnend.De toffee-achtige geur ontwikkelt zich pas bij oudere planten. Bij inname van te veel coumarine kunnen problemen ontstaan met de ademhaling en het hart- en vaatstelsel. Een teveel aan coumarine kan zelfs tot een hartstilstand leiden.
Vroeger werden de gedroogde halmen ,net als het onze lieve vrouwe bedstro,gebruikt als smaakstof voor dranken en bowls. Ook werd het gebruikt in tabak en kruidenkussens.

We hebben nog veel meer gezien en gehoord,maar dat is teveel om op te noemen.Het was een heel prettige wandeling in een mooie natuurlijke omgeving.
Auk Jensma