Verslag Middelpolder 24-05-2014

Verslag van zaterdag 24 mei Middelpolder
Gidsen: Jos Valent en Carla
De dag begon goed. Het regende niet en we fietsten rond een uur of tien de Middelpolder
in. In de verte zag je de Shelltoren en de Arena liggen, maar wij waren midden in de mooie
natuur.
We bezochten eerst het lage gedeelte van de Middelpolder, een afgegraven veenafzetting
waar Carla met de gasaansteker het moerasgas in de brand stak. Het vatte niet gelijk
vlam, maar met behulp van een plastic zakje slaagde de eerste proef van die dag. Het gas
wordt ook wel brongas of broeikasgas genoemd en is 20 keer zo sterk als koolzuurgas.
Vroeger gebruikten de boeren deze wellen of putten van zo'n 30 tot 40 meter diep om in
hun eigen behoefte te voorzien. Ze vingen zo al gauw een kubieke meter gas op. Het
water in de wel heeft een constante temperatuur van zo'n 11 graden, zowel in de zomer
als in de winter. Er waren honderden van deze wellen, maar de meesten zijn nu
dichtgegooid. Naast de wel in de Middelpolder zie je op sommige plekken in het
Amsterdamse Bos nog brongas spontaan omhoog komen. Deze plassen bevriezen dan
ook niet in de winter.
De enige plant die vlakbij het zoute water groeit is de smalle Lisdoorn, en dat is niet
omdat ze dat zoute water zo fijn vindt, maar simpelweg omdat ze het verdraagt.
Rond het jaar 1200/1300 werd het veen afgegraven en ontstond er op deze plek een meer
tot het jaar 1830. Toen hebben ze de Middelpolder droog gemalen en de putten geslagen.
Hoogveen is ingeklonken en laagveen is een soort van prut. Het veen werd vroeger
aangetrapt door vrouwen en kinderen. Tegenwoordig wordt het veen uit Polen gehaald
waar ze het machinaal afgraven.
De tweede proef van de dag bestond uit het boren van een gat met behulp van de
grondboor in de Middelpolder. Op een diepte van zo'n twee meter kwamen we
uiteindelijk op grijze zeeklei terecht. Daarna deden we dezelfde proef nog een keer in de
Bovenpolder, in de originele grond uit de Middeleeuwen. Daar stootten we met de boor
op rood veen. Rood veen oxideert zodra het in aanraking komt met zuurstof en de rode
kleur verdwijnt dan snel. Het rode veen is vermengd met klei uit de Amstel, die er op een
steenworp afstand vandaan ligt.
Vervolgens fietsten we naar een vogelobservatiepunt in de Middelpolder, waar we een
koekoek hoorden, een buizerd en een ooievaar zagen vliegen, en wat het leefgebied van
de Grutto's en de Aalscholvers is. Op dit moment is het niet best gesteld met de Grutto's
en de Kievieten. Nederlandse Grutto's broeden bij voorkeur op vochtige veengraslanden
en leven van wormen en ander klein gedierte dat op of in de bodem leeft. Grutto's gaan
meestal terug naar hun geboorteplaats om daar dichtbij te broeden.
De winter wordt doorgebracht in Westafrikaanse moerassen en rijstvelden. In Senegal
worden ze opgegeten. Wij eten vis uit Senegal en daar eten ze onze Grutto's. Rare wereld!
Aalscholvers komen weer sinds een jaar of 20, 30 regelmatig voor in Nederland en leven
voornamelijk van vis. In de 17de eeuw waren er al grote kolonies in Nederland, maar die
zijn in de eeuwen daarna bejaagd op aandringen van boseigenaren en beroepsvissers. In
1960 kreeg deze viseter het zwaar door de inpoldering van het IJsselmeer en in de loop
van 1970 ging de stand pas weer vooruit door vestigingen van kolonies in de nieuwe
IJsselmeerpolders.
Het was weer een mooie en leerzame dag dankzij de inspirerende verhalen van Jos en
Carla!