Verslag Middelpolder 24-05-2014



Verslag fietsexcursie Middelpolder, zaterdag 24 mei.
Ga je wandelen of fietsen in de Middelpolder, dan kun je verschillende dingen ontdekken. Hoe kan een vlam ontstaan boven een waterbron of waterput? Welke grondlagen kun je waarnemen, als je met een grondboor een aantal meters in de grond boort. En als je klei proeft, dan smaakt het een beetje zout, door de combinatie van rivierklei en zeeklei. Jos Valent en Carla de Bruijn geven aanschouwend onderwijs aan een groep enthousiaste natuurgids cursisten bij het IVN in Amstelveen.

Hoe ontstaat een vlam boven een waterput?
We fietsen naar de Middelpolder en komen bij een put, die ongeveer 150 jaar oud is. Het water bubbelt en dat betekent dat er gas onder zit. Als het veen verteert onder de laag klei, dan ontstaat er aardgas, dat diep in de grond zit. Nu is het een uitdaging om een vlam tevoorschijn te toveren. Dat lukt niet onmiddellijk.
Carla en Koen doen een poging om met met een stok en een plastic tas het gas op te vangen, zodat het kan branden.  Inderdaad, na een tijdje lukt het om het opgevangen gas aan te steken, zodat er een vlam ontstaat. Dit is ook al ontdekt door de boeren, die hier vroeger woonden. Brongas komt soms spontaan naar boven, soms wordt het opgehaald. Met de bouw van boerderijen werden er putten geslagen. Boeren in de omgeving sloegen een gat in de grond, een 'wel' . De boeren zetten er een pot overheen en vingen het gas op om het huis te stoken. Het waterschap wilde dat de boeren gingen betalen voor het gebruik van het aardgas. Uiteraard ging dat niet zonder slag of stoot.

Boren in het lage én hoge land
Als je in de polder, het lage land, een aantal meters in de grond boort, dan zie je verschillende lagen: zwarte grond, klei, zand en veen. Uiteindelijk kom je bij (kalk)steen terecht. De binnenkant van de aarde is immers vulkanisch.  Met een grondboor kun je ongeveer 4 meter diep in de grond boren. De bovenste laag is zwarte grond en als we dieper boren, dan komt er een zachte laag klei tevoorschijn. Een grijze massa, prachtig om te zien, te ruiken en aan te raken. Carla vertelt dat je de klei ook kan proeven: dat smaakt een beetje naar zout. 
De tweede grondboring doen we in het hoge land. De eerste laag is rode veen, dat bestaat uit oude plantenresten. Veen bestaat uit niet-verteerde plantenresten en dat zijn de bouwstoffen, die planten opnieuw kunnen gebruiken. De humuslaag is een rijke laag voor dieren en planten.  Hier komen we niet bij de kleilaag, want het land ligt een stuk hoger.  Maar als we 4 meter dieper zouden boren, dan treffen we ook de kleilaag.

Historische veranderingen
Jos Valent vertelde woensdagavond over de historische ontwikkelingen en veranderingen van de bodem in ons land. De bodemlagen bestaan uit veen, laagveen, klei, water, afgewisseld met zand. Onder de veenlaag lag op 5 tot 6 meter diepte een zandlaag (of soms ook een kleilaag). Als je dieper de grond in gaat zal er in onze omgeving een aantal malen veen, zand, en kleilagen afwisselend voorkomen. Die kunnen wisselend van dikte zijn. Er ligt een laag blauwe zee klei onder en dat is de afsluitende laag.
In het gebied rond de Amstel werd de natuurlijke afwatering steeds moeilijker. Rond 1630 werd besloten tot het oprichten van nieuwe polders, waaronder de Middelpolder. Een polder is een gebied dat lager ligt dan het omringende water en waarvan de waterstand kunstmatig wordt geregeld.  Veenpolders of verveningspolders zijn een speciaal type polder. Deze polders komen vooral voor in het westen van Nederland en zijn op karakteristieke wijze ontstaan. Door grootschalige turfwinning ontstonden vanaf de middeleeuwen enorme plassengebieden die in een later stadium weer werden drooggelegd door middel van inpoldering” (bron: Wikipedia).
Al met al vond ik het weer weer een leerzame ochtend. Thuis ben ik de atlas nog eens gaan bekijken en heb het ontstaan van de polders nog eens nagelezen. De aardrijkskunde lessen van vroeger komen langzaam in mijn herinnering terug. Wordt vervolgd!

Annie Oude Avenhuis, met dank aan Claire de Bruijn voor de foto's.