Mark van Ginkel: de Fijnspar



Mark van Ginkel: De Fijnspar
De Fijnspar, Latijnse benaming Picea abies, is een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae). De Fijnspar is naast de grove den de meest voorkomende conifeer in Europa. Van nature komt hij niet in ons land voor. De oorsprong ligt in het noorden van Europa en in grote delen van Azië. In de Benelux worden ze vaak niet ouder dan 60 jaar en bereiken ze een gemiddelde hoogte van 40 meter. In de landen van oorsprong gedijen ze stukken beter en kunnen ze makkelijk 200 jaar en wel 60 meter hoog worden. De oudste boom ter wereld is mogelijk een Fijnspar in de Zweedse provincie Dalarna. De leeftijd van deze boom werd in 2012 geschat op 9014 jaar.
Als vrijstaande boom is hij mooi om te zien en als enkeling heeft hij niet zoveel invloed op de beplanting om zich heen. Maar iedereen kent wel die donker grauwe naaldbossen bijna altijd een bestand van deze bomen. Hij heeft de nijging om een gesloten naalden dak te maken en onder deze bomen wil een ondergroei zich maar moeizaam ontwikkelen. In het strooisel van deze boom wat bestaat uit veel naalden en takken, wil maar weinig kiemen en de planten die wel kiemen groeien beperkt. Hij zaait zich zelf wel uit maar niet zoveel als andere bosbomen kunnen doen. Een zaailing blijft klein en heeft een gedrongen groei of hij moet door licht concurrentie gedwongen worden tot lengte groei wat hij dan ook wel doet. Groeit goed op een bodem van de volgende samenstelling; zuurgraad PH 4, tot 5,5, een redelijk humusrijke niet te arme zandgrond, en heeft met een halfschaduw tot zonnige standplaats een gemiddelde groeisnelheid. De Fijnspar is bladhoudend en winterhard, maar kan gevoelig zijn voor wind.
De Fijnspar heeft een gladde, roodachtig bruine schors. Met het ouder worden wordt de schors donker paarsachtig. De barsten vormen ronde, kleine, gladde platen. De puntige en scherpe groene naalden zijn ongeveer 1 a 2 cm lang. De neerwaarts hangende, lichtbruine kegels zijn 10 tot 18 cm lang. De kegels openen zich pas vanaf het tweede jaar dat ze aan de spar hangen, waarbij de gevleugelde zaden uit de schubben kunnen weg vliegen. Gedurende het voorjaar en zomer kunnen de zaden via de wind hun weg vinden en in het najaar vallen de oude kegels op de grond. Eenmaal op de grond sluiten de kegels zich.
In de bosbouw is de Fijnspar ook belangrijk voor de houtproductie. Het hout is in de handel bekend onder de naam vurenhout en is het meest gebruikte bouwhout in Nederland. De Fijnspar blijft soms lang zijn dode zijtakken houden wat voor knoesten zorgt in het hout, het bewuste vurenhout. Vurenhout is vrij zacht en bleekgeel van kleur. De duurzaamheid van vurenhout is echter gering.
De belangrijkste ziekte is wortelzwam (Heterobasidion annosum) Een te hoge wintertemperatuur bevordert aantasting van wortelzwam. Verder is de soort vatbaar voor Armillaria ostoyae (sombere honingzwam), Rhizina undulata (koffievuurtjeszwam), Brunchorstia – taksterven (Scleroderris lagerbergii), schotziekte (Lophodermium macrosporum) en Chrysomyxa abietis (sparrennaaldroest).
Belangrijke dierlijke aantasters zijn Ips typographus (letterzetter), groene sparrenluis (Elatobium abietinum), grote dennensnuitkever (Hylobius abietis) (alleen bij pas jonge bomen), sparrenbladwesp (Pristiphora abietina) en koperetser (Pityogenes chalcographus).
Tijdens de kerstperiode staat de wintergroene spar symbool voor het eeuwige leven en de kegels voor de vruchtbaarheid. De Fijnspar is de meest aangeboden en gekochte kerstboom. Het is geen dure kerstboom, maar is na het binnen brengen in de warme en droge huiskamers nogal gevoelig voor naaldverlies. Bij afgezaagde exemplaren is dit verschijnsel nog opvallender dan bij kerstbomen met een plantkluit.