Verslag Kennemerduinen 27-09-2014



Excursie naar de Kennemerduinen, Overveen, zaterdag 27 september : Claire de Bruijn

Met Kennemerduinen wordt tegenwoordig meestal Nationaal Park Zuid-Kennemerland bedoeld. De Kennemerduinen zijn nu echter een deelgebied van Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het gebied omvat 1253 hectare duinterrein en is het meest bezochte en meest bekende onderdeel van het nationaal park. De Kennemerduinen droegen al sinds 1950 de naam Nationaal Park, ver voordat er in Nederland sprake was van een nationaal parkenbeleid. In 1995 werd Nationaal Park De Kennemerduinen opgenomen in een nieuw opgericht Nationaal Park, het huidige Nationaal Park Zuid-Kennemerland. De Kennemerduinen zijn voor het overgrote deel in beheer en eigendom bij PWN (Waterleidingbedrijf Noord-Holland).
De Kennemerduinen staan bekend om de hoge duinzoom in het oosten van het duinterrein, met als hoogste punt de Brederodeberg (45 meter). Dit duin tussen ingang Duin en Kruidberg en Bleek en Berg vormt vooral een sportieve uitdaging, aangezien er door de begroeiing geen weids uitzicht is. Het net buiten het Nationaal Park gelegen Kopje van Bloemendaal (43 meter; met uitkijktoren 52 meter) biedt wel een zeer weids uitzicht (over het nationaal park, over zee, over Haarlem en over Amsterdam). Een ander uitzichtpunt in het gebied is de 32 meter hoge Hazenberg tussen ingang Parnassia en het Vogelmeer. (zie foto) In de Kennemerduinen liggen ook diverse gegraven duinmeertjes, zoals 't Wed, het Vogelmeer, en de Oosterplas. In 't wed en in de Oosterplas mag ook gezwommen worden.

Wat hebben we gezien?

·         Doornappel (Datura Stramonium) Stekelige vrucht waarvan de zaden zwart worden en een mierenbroodje hebben. De doornappel is giftig en werkt ………
·         Zandkool, ook wel rucola. Heeft gele bloempjes.
·         Ganzevoet, de zaden hiervan zijn quinoa. Quinoa (Chenopodium quinoa) is al duizenden jaren in gebruik in de Andes. De zaden worden gemalen tot meel en gebakken als brood of gefermenteerd tot een zure pap. Andere ganzenvoetsoorten, zoals met name spinazie (Spinacia oleracea), worden gebruikt als bladgroente. Quinoa-zaden worden ook als bestanddeel gebruikt in shampoos en conditioners. Daarnaast is quinoa gekookt of gestoomd zeer goed te eten als vervanger van graan.
De zeer algemeen voorkomende melganzenvoet (Chenopodium album) wordt vaak  als onkruid beschouwd, maar de bladeren zijn eetbaar, evenals de met de quinoa verwante zaden. Deze hebben een hoog gehalte aan eiwitten, caroteen, calcium, kalium en ijzer
·         Er bestaat drie verschillende soorten spinnenwebben: wielweb, hangweb en trechterweb
·         Een populier herken je vaak aan het geritsel van de bladeren in de wind. Dit komt door de speciale vorm van het steeltje van het blad. Hierdoor is het blaadje extra wendbaar.
·         Een eik heeft een penvormige wortel
·         Een beuk heeft een waaier wortel en heeft dicht blad om op deze manier zijn stam te beschermen tegen het zonlicht. Hier kan de bast nl. niet goed tegen.
·         We zagen op een eikenblad een lensgal. Hier komen alleen vrouwtjes galwespen uit, die op hun beurt eitjes in de grond leggen.
·         Teunisbloem, de wortel is eetbaar
·         Mineermot bijt door de opperhuid van een blad en eet van het korrelparenchym. Dit zit aan de oppervlakte van het blad. Je ziet hiervan geen spoor aan de onderkant van het blad. Aan de onderkant van het blad zit het staafjesparenchym. Hier komt de larf van de mot dus niet aan.
·         Kevertjes eten een blad van het midden uit.
·         Rupsen eten altijd de randen van een blad.
·         Dauwbraam, heel zoete soort braam, maar dan kleiner. Belangrijk om deze eerste te wassen, omdat ze besmet kunnen zijn met lintwormeneieren. Vossen zijn dol op dauwbramen en poepen wel eens bij deze struik. Als een vos dan ook nog eens plast op de poep kunnen de lintwormeitjes omhoog spetteren en op de dauwbraam terechtkomen. En daar word je ziek van.
·         Wegedoorn, een plant die heel laxerend werkt (blaadjes, bessen en takjes)
·         Esdoorn had zwarte vlekken op het blad. Dit zijn inktvlekken en zijn een soort roestzwam.
·         Wissels: we hebben veel wissels gezien. Dit zijn paadjes tussen struikgewas door die door dieren zijn gemaakt en een onderdeel zijn van hun vast route.
·         Kruiskruid
·         Duindoornbes, gele en heeeeel zure bes, bevat veel vitamine C. Je hebt een mannelijke en een vrouwelijke struik.
·         Kardinaalsmuts, struik te herkennen aan rode besjes in de vorm van een kadinaalsmuts.
·         Amerikaanse vogelkers
·         Liguster